Eind april-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; soms worden ze aan het eind van de middag vliegend waargenomen.
Rups: eind juni-september. De rups leeft in bloemen en onrijpe vruchten. De soort overwintert als pop in de strooisellaag (soms twee jaren).
Lead-coloured Pug
Wachtelweizen-Blütenspanner
l'Eupithécie du mélampyre
Tephroclystia plumbeolata
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Hengel is een belangrijke waardplant van deze soort.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Plumbeolata: plumbeolus is een verkleinwoord van plumbeus is loden, verwijzend naar de kleur van deze vlinder
(Haworth, 1809)
Voorvleugellengte: 9-10 mm. Lijkt veel op de bosrankdwergspanner (E. haworthiata) maar mist de roodachtige band op het achterlijf; de voorrand van de voorvleugel is iets rechter en de vleugelpunt iets spitser. De voorvleugel is bleekgrijs met fijne, zwak geaccentueerde dwarslijnen.
16-18 mm. Lijf groenachtig geel met een duidelijke golvende ruglijn en met smallere subdorsale lijnen die meestal een flets purperen kleur hebben.
De valeriaandwergspanner (E. valerianata) heeft een duidelijke, zigzaggende witte golflijn die bij de binnenrandhoek verbreedt tot een witte vlek. Zie ook de esdoorndwergspanner (E. inturbata) en de bosrankdwergspanner (E. haworthiata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam, maar wellicht over het hoofd gezien. Slechts enkele gekende vindplaatsen in de Antwerpse en Limburgse Kempen (Nijlen en Opglabbeek) en aan de Westkust. Vroeger bekend uit alle Waalse provincies maar enkel in Luxemburg recent nog gezien.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van de Britse eilanden en Frankrijk in het westen tot Rusland, Siberië en het Amoergebied in het oosten; in het noorden in Scandinavië tot Lapland, Finmark en op IJsland; in het zuiden: Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië, de Balkan, Klein-Azië en Armenië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Licht beschaduwde loofbossen, wegbermen en duinen.
Hengel en ratelaar.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting