Eind mei-begin september in één, soms twee niet duidelijk gescheiden generaties. De vlinders komen op licht; overdag rusten ze aan twijgen en zijn ze gemakkelijk te verstoren.
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als halfvolgroeide rups.
Rotbandspanner
la Bande rouge , la Flagellée
breedgebandeerde duinspanner, bremspanner
Pellonia vibicaria, Aspilates vibicaria
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
De tekening van deze bandspanner is paarsachtig.
(Clerck, 1759)
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Een leemgele, soms groenachtig bestoven spanner met op zowel de voor- als de achtervleugel opvallende paarsroze dwarslijnen. De middelste dwarslijn gaat aan de buitenzijde soms over in een paarsroze schaduw of band. De franje is eveneens paarsroze van kleur en soms geldt dit voor het hele zoomveld. De kleurintensiteit varieert; er bestaan ook zeer bleke exemplaren, nagenoeg zonder paarsroze. Op de voorvleugel bevindt zich een kleine ronde of langwerpige middenstip.
Exemplaren zonder roze lijken enigszins op de grijze stipspanner (I. aversata); deze heeft echter altijd een donkere middenstip op de achtervleugel.
Roodstreepspanner (Rhodometra sacraria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij zeldzaam. Komt voornamelijk voor in de duinen en op de Veluwe. RL: bedreigd.
Zeer zeldzaam en beperkt tot Wallonië. Wijdverbreid in de kalkstreek, daarbuiten nagenoeg ontbrekend.
Met hiaten verbreid in Midden- en Oost-Europa tot Siberië; in het noorden: de Baltische landen en Zuid-Scandinavië, in het zuiden: Noord-Afrika, Spanje, het Middellandse Zeegebied, de Balkan, Klein-Azië tot in het westen van Centraal-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Warme droge graslanden.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting