Half maart-begin september in één lange generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.
Rups: half juli-half september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Satyr Pug
Satyr-Blütenspanner
l'Eupithécie satyre
Tephroclystia satyrata
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Naast vele andere plantensoorten is dopheide een belangrijke waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Satyrata: satyrus is een sater, een van de bosgodheden uit het gezelschap van Bacchus. Het bos is een van de habitats van deze soort.
(Hübner, 1813)
Voorvleugellengte: 9-13 mm. Hoewel deze dwergspanner erg variabel is, is de vlinder vaak goed te herkennen aan de zwarte en witte stipjes op de aders van de muisgrijze voorvleugel. Bont getekende vlinders zijn duidelijk zwart-wit bestoven en hebben een opvallende witte vlek in de binnenrandhoek en een lichte golflijn. De middenstip is klein en kort, soms zelfs rond. De voorrand van de voorvleugel is tamelijk recht en de vleugelpunten zijn enigszins spits. Over het achterlijf loopt vaak een centrale, bleke lijn.
22-24 mm. Grondkleur is variabel, tinten groen, geel, bruin of roze, vaak met stevige donkerder v's en streepjes op rug en flanken.
Zie de streepjesdwergspanner (E. intricata) en de guldenroededwergspanner (E. virgaureata).
Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata), egale dwergspanner (Eupithecia absinthiata), schermbloemdwergspanner (Eupithecia tripunctaria), smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata), jeneverbesdwergspanner (Eupithecia pusillata), v-dwergspanner (Chloroclystis v-ata), zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata), guldenroededwergspanner (Eupithecia virgaureata), voorjaarsdwergspanner (Eupithecia abbreviata), eikendwergspanner (Eupithecia dodoneata), vingerhoedskruiddwergspanner (Eupithecia pulchellata) en beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: bedreigd.
Zeldzaam en lokaal in de Kempen, verdwenen in de kuststreek. In Wallonië wijdverbreid, maar lokaal in Luik, Luxemburg en Namen.
De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
West- en Midden-Europa en via Rusland tot ver in Azië (Tibet, Siberië); in het noorden tot boven de poolcirkel (in Finland boven de 70e breedtegraad!) en op IJsland, in het zuiden tot de Middellandse Zee. Ook in Noord-Amerika.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Heiden, graslanden, bloemrijke open bossen en verwaarloosde stukken grond.
Allerlei kruidachtige planten, loofbomen en struiken, waaronder duizendblad, glad walstro, kruiskruid, guldenroede, struikheide en wilg; vooral dophei.
Duizendblad
Achillea
Struikhei
Calluna
Dopheide
Erica
Walstro
Galium
Vlasbekje
Linaria
Wilg
Salix
Kruiskruid
Senecio
Guldenroede
Solidago
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting