Begin maart-eind mei in één generatie. De vlinders komen op licht en bezoeken wilgenkatjes; soms worden ze aangetroffen op smeer.
Rups: maart-juni. De rups verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren van de waardplant en foerageert ´s nachts, eerst op de katjes en later op de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.
Lead-coloured Drab
Pappel-Kätzcheneule
la Téniocampe du peuplier
Taeniocampa populeti, Orthosia populi, Monima populi
Voorjaarsuilen vliegen vroeg in het jaar. De meeste zijn Orthosia-soorten.
De populier is een belangrijke, maar niet de enige waardplant van deze voorjaarsuil.
Orthosia: orthosis is recht maken. De aandacht wordt erop gevestigd dat dit genus anders is dan b.v. dat van Lacanobia, dit genus heeft een rechte subterminale lijn. Orthosia was ook een aanroepnaam van Artemis en waarschijnlijk had Ochsenheimer beide mogelijkheden in gedachten.
populeti: populetum is een populierenbos; de populier is de waardplant.
(Fabricius, 1775)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel heeft een tamelijk afgeronde vleugelpunt en een overheersend grijze grondkleur, die uiteen loopt van licht loodgrijs tot zwartachtig grijs. De tamelijk grote, licht omlijnde niervlek en ringvlek vallen doorgaans goed op. Ook de middenschaduw en de fijne donkere geschulpte centrale dwarslijnen zijn over het algemeen goed zichtbaar. Kenmerkend zijn de bruine of zwartachtige, min of meer pijlvormige vlekjes aan de binnenzijde van de lichte golflijn, die in het midden het duidelijkst zijn. Het mannetje heeft geveerde antennen.
De variabele voorjaarsuil (O. incerta), die ook een loodgrijze kleur kan hebben, is meestal groter, heeft een hoekige voorvleugelpunt en de binnenste lob van de niervlek is duidelijk donkerder dan de rest van de niervlek (niet of slecht te zien bij donkere exemplaren). De antennen van het mannetje zijn niet zichtbaar geveerd; wel zijn ze vrij dik en hebben ze, met een loep zichtbare, korte uitsteeksels. De tweestreepvoorjaarsuil (O. cerasi) is altijd bruinachtig van kleur. Zie ook de bandvoorjaarsuil (O. opima) en dubbelstipvoorjaarsuil (Anorthoa munda).
Algemeen. Komt verspreid over het land voor; op sommige vliegplaatsen vrij algemeen. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam in Vlaanderen, maar toegenomen en lokaal algemeen. In Wallonië zeldzamer, maar wijdverbreid.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van de Pyreneeën via Midden-Europa tot Rusland. De noordgrens over de Britse eilanden, Scandinavië en naar het oosten tot de Oeral. De zuidgrens over Italië, de Balkan en Klein-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Loofbossen en andere plaatsen met voldoende populier; ook parken en tuinen.
Populier en diverse andere loofbomen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting