bruin dikkopje Erynnis tages

Familie

dikkopjes (HESPERIIDAE)

Zeldzaamheid

Een uiterst zeldzame standvlinder die in ons land zeer sterk achteruit is gegaan. In het begin van de twintigste eeuw was het bruin dikkopje vrij algemeen op veel zandgronden verspreid over het land. Sinds 1960 komt het bruin dikkopje alleen nog voor in Limburg en op dit moment zijn er nog slechts enkele kalkgraslandjes in Zuid-Limburg waar deze soort wordt waargenomen.

Rode lijst

ernstig bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-half juni in één generatie; soms een tweede partiële en veel kleinere generatie van eind juli-eind augustus. De vlinders worden zelden nectardrinkend waargenomen; de meeste waarnemingen betreffen zonnende exemplaren op open plekjes tussen de vegetatie.

De uiterste data waarop vlinders zijn gezien, zijn 15 april en 24 september.

Levenscyclus

Rups: begin juni-begin mei. De soort overwintert als volgroeide rups in een soort koker van samengesponnen bladeren. In het voorjaar vindt de verpopping plaats in een losse cocon laag in de vegatatie.

ei-afzet
Een vrouwtje dat op zoek is naar een geschikte afzetplaats voor de eitjes vliegt laag boven de grond. Meestal legt ze het eitje op een jonge, maar toch forse plant die op een open plek tussen een lage vegetatie of op kale grond groeit. Er wordt één eitje afgezet op de bovenzijde van een blad aan de top van de plant.

rups en verpopping
De jonge rups spint twee of drie bladeren van de waardplant met zijden draden samen en voedt zich daarin met de bovenzijde van het blad. Zodra hij te groot is voor zijn koker, maakt hij een nieuwe. De volgroeide rups spint enkele bladeren van de waardplant bijeen tot een hibernaculum waarin hij overwintert. In het voorjaar verpopt de rups zich - zonder eerst te eten - in een los gesponnen cocon laag in de vegetatie.

vlinders
De eerste vlinders vliegen al eind april. Het aantal individuen op de vliegplaatsen is vrij hoog, circa 4 tot 16 individuen per hectare. Vlinders worden slechts zelden nectardrinkend waargenomen. Als ze al bloemen bezoeken, zijn dat laagbloeiende kruiden zoals rolklaver, kruipend zenegroen of slangenkruid. ´s Avonds of bij slecht weer rusten ze met de voorvleugels volledig over de achtervleugels heen gevouwen. Mannetjes verschijnen ongeveer een week eerder dan vrouwtjes en zitten soms met diverse individuen bijeen op open plekjes tussen de vegetatie. Zij zonnen dan met gespreide vleugels of zuigen vocht op van bijvoorbeeld mest of vochtige aarde. Mannetjes bezetten doorgaans een territorium en wachten tot een vrouwtje langsvliegt. In het voorjaar zitten mannetjes op de open grond te wachten; in de (warmere) zomers zoeken ze juist hogere uitzichtspunten op zoals (uitgebloeide) bloemhoofdjes.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Dingy Skipper

Duitse naam

Dunkler Dickkopffalter, Kronwicken-Dickkopffalter

Franse naam

Le Point de Hongrie

Oud Nederlandse naam

donker dikkopje

Synoniemen

Thanaos tages, Nisoniades tages, Syrichtus tages

Meer

Toelichting wetenschappelijke naam

Erynnis: de Erynyes (Erynnes) of Furies die boosdoeners kwelden door ze telkens te achtervolgen. Deze naam verwijst naar het rusteloos vliegen van de vlinders alsof ze permanent worden opgejaagd door goddelijke wrekers.
tages: Tages is de naam van een jongen die de wijsheid van een oude man bezat en die plotseling tevoorschijn kwam om de Etrusken in te wijden in de kunst van het voorspellen. Zijn woorden werden opgetekend in het boek van Tages.

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 13 mm. De bovenkant van de vleugels is bruin met vage, grijze vlekken en stippen. De onderkant is vrijwel egaal lichtbruin.

Kenmerken rups

Tot 18 mm; een tamelijk forse rups; lichaam naar de uiteinden smal toelopend, groen, soms met een lichtbruine zweem, over het midden van de rug een donkergroene streep; kop purperachtig zwart.

Gelijkende soorten vlinder

Zie het kaasjeskruiddikkopje.

Gelijkende soorten vlinder

Bescherming

Wet natuurbescherming

Deze vlinder is beschermd in het kader van de Wet natuurbescherming.

Concrete bedreiging

Er zijn drie redenen waarom het bruin dikkopje op zoveel plaatsen is verdwenen:

  • Door verrijking met meststoffen verruigt de vegetatie in het leefgebied en groeit deze dicht. Omdat open plekjes in de vegetatie nodig zijn om de eitjes af te zetten kan hij op veel plaatsen niet meer leven.
  • Er wordt op veel plaatsen te intensief gemaaid. De rupsen zitten overdag in hun koker in de vegetatie, doorgaans boven de maaihoogte. Indien een deel van de vegetatie niet blijft overstaan, verdwijnt de vlinder.
  • Het leefgebied is op veel plaatsen te klein geworden. Het bruin dikkopje heeft een beperkte mobiliteit. Hierdoor is er weinig of geen uitwisseling met andere populaties mogelijk en verdwijnt hij uiteindelijk op plaatsen waar de populatie te klein is.

Aanbevolen beheersmaatregel

Betere bescherming huidig leefgebied
Voor het behoud is het noodzakelijk dat het huidige leefgebied beter wordt beschermd en vergroot. Verdere inspoeling van meststoffen, zoals bij Eys, moet worden voorkomen. Door aankoop van de aangrenzende percelen kan deze verrijking tegen worden gegaan en kan de bestaande populatie groeien. Ook zal een verbinding tussen de twee resterende vliegplaatsen moeten worden gerealiseerd. De huidige vliegplaatsen zijn omgeven door intensief gebruikt agrarisch land, waardoor uitwisseling nauwelijks mogelijk is. In het buitenland is gebleken dat de soort stroken kruidenrijke en schrale graslanden als verbindingsbaan gebruikt.

Uitbreiding areaal kalkgrasland
Daarnaast is uitbreiding van het areaal kalkgrasland dringend gewenst. Het beheer van deze graslanden moet ten dele gericht zijn op het behouden of laten ontstaan van een open vegetatiestructuur. Dit kan door jaarlijks te maaien (in de tweede helft van juni en gefaseerd) of door extensieve begrazing (waarbij ten minste 10-25% van de vegetatie in de winter blijft overstaan).

Toekomst
Indien er geen concrete maatregelen worden genomen, zal het bruin dikkopje op termijn wellicht verdwijnen.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Het bruin dikkopje kan zowel in droge als vochtige graslanden leven, als de vegetatie maar laag en open is. Voorbeelden zijn open schrale kruidenrijke graslanden in heiden of nabij bossen op zand- en kalkgrond. Tegenwoordig is de soort beperkt tot droog en schraal kalkgrasland op zuidhellingen, met een lage, kruidenrijke vegetatie en hier en daar met een kale bodem.

Planten

Waardplanten: gewone rolklaver; soms moerasrolklaver, bont kroonkruid of paardenhoefklaver.

Waardplant

Hoefklaver
Hippocrepis

Rolklaver
Lotus

Kroonkruid
Securigera

Soorten uit dezelfde familie dikkopjes (HESPERIIDAE)

Alle soorten uit deze familie