kaasjeskruiddikkopje Carcharodus alceae

Familie

dikkopjes (HESPERIIDAE)

Zeldzaamheid

Nadat het kaasjeskruiddikkopje verdween uit Nederland in 1953 keerde de vlinder in 2009 terug en werden enkele exemplaren waargenomen in Zuid-Limburg. In 2018 is de soort ook voor het eerst in Zeeland waargenomen. Toen ook in 2018 voortplanting werd geconstateerd, was voor het tiende jaar voortplanting in Nederland en kon de soort dus worden bijgeschreven als standvlinder.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Het kaasjeskruiddikkopje in twee, soms drie generaties. De eerste generatie vliegt tussen half april en midden juni en de tweede tussen eind juni en midden augustus. In een warm najaar vliegt er een kleine derde generatie van eind augustus tot eind september. 

Levenscyclus

Rups: bijna het hele jaar te vinden. De soort overwintert als volgroeide rups in de strooisellaag waarna in het voorjaar de verpopping plaatsvindt. De eieren worden afzonderlijk afgezet op bij voorkeur jonge planten.

Het vrouwtje zet de eitjes bij voorkeur af op jonge planten. Daarom moet iedere generatie opnieuw op zoek naar geschikte waardplanten en vaak groeien die in andere jaargetijden in andere biotopen. Het vrouwtje zet de eitjes een voor een af op de bovenzijde van het blad.
De rups wikkelt een blad samen en leeft daarbinnen. Voor de overwintering spint de rups een stevige hibernaculum in de strooisellaag. Na de overwintering verlaat hij dit onderkomen en verpopt zich, zonder nog te gaan eten.
De vlinders gebruiken nectar van veel verschillende soorten kruiden. De dichtheid aan vlinders is circa 4 exemplaren per hectare.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Mallow Skipper

Duitse naam

Malven-Dickkopffalter

Franse naam

La Grisette

Oud Nederlandse naam

halsband-dikkop, kaasjeskruiddikkop, kaasjeskruidvlinder, malva dikkopje

Synoniemen

Syrichthus malvarum, Syrichtus malvarum

Meer

Toelichting wetenschappelijke naam

Carcharodus: karkharodous is met scherpe en puntige tanden. Deze tanden zijn waarschijnlijk de opvallende streepjes in de franje.
alceae: Alcea is een geslacht van malvasoorten; kan ook zijn Malva alcea, vijfdelig kaasjeskruid, een waardplant van deze soort.

Auteursnaam en jaartal

(Esper, 1780)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 14 mm. De bovenkant van voor- en achtervleugel heeft donkere en lichtere velden. De franje is sterk geblokt. De achterrand van de achtervleugel lijkt gekarteld. De onderkant van de achtervleugel is groenachtig wit met witte vlekken.

Kenmerken rups

Tot 23 mm; tamelijk forse rups, naar de uiteinden smal toelopend, grijsachtig groen met blauwe zweem; kraag achter de kop opvallend zwart met gele vlekken; spiracula geel met zwarte randen; kop groot en zwart.

Gelijkende soorten vlinder

Het bruin dikkopje heeft een minder grove tekening op de bovenkant van de vleugels.

Gelijkende soorten vlinder

Bescherming

Aanbevolen beheersmaatregel

Er is geen aanleiding om op dit moment in Nederland specifieke beschermingsmaatregelen te nemen.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Droge, warme, vrij ruige maar schaars begroeide plaatsen zoals graslanden, hellingen, strandjes, ruderale terreinen en bermen.

Planten

Waardplanten zijn diverse soorten kaasjeskruid en heemst.

Waardplant

Heemst
Althaea

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie dikkopjes (HESPERIIDAE)

Alle soorten uit deze familie