In het buitenland: juli-augustus in één generatie.
In het buitenland: overwintering vindt in het popstadium plaats.
Gelbgrüner Winkelspanner
la Larentie frustre
Deze spanner leeft in bergachtige streken.
De grondkleur van deze vlinder is geelachtig bruin.
Euphyia: euphuia is er goed uitzien, lovend, prijzend.
(Treitschke, 1828)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Deze spanner heeft op de voorvleugel een patroon van vele gegolfde en getande dwarslijnen en groen tot bruingroen gekleurde dwarsbandjes afgewisseld met lichtgrijze lijnen of dwarsbandjes. Het lichte dwarsbandje in het middenveld bevat doorgaans een middenvlek en vaak twee karakteristieke streepjes die de aangrenzende groene dwarsbandjes met elkaar verbinden. Het groen kan snel naar geel verkleuren. De achtervleugel is licht bruinachtig grijs met een verdonkerde achterrand.
Lijkt enigszins op Epirrita-soorten en dan vooral op de bleke novemberspanner (Epirrita christyi), maar deze is volledig grijs getekend en heeft geen groen. Kan ook verward worden met de groene blokspanner (Acasis viretata). Bij deze laatste echter is, in plaats van een patroon van vele dwarsbandjes, duidelijk sprake van een driedeling in wortel-, midden- en zoomveld.
Zeer zeldzaam. Een zwerver die slechts éénmaal (1990) in Drenthe is waargenomen.
Verdwenen. Vroeger bekend uit Luxemburg, maar al lang niet meer waargenomen.
Van Noord-Afrika, het Iberisch Schiereiland en het Middellandse Zeegebied tot Klein-Azië. Niet op de Britse eilanden en niet in Noord-Europa. In Midden-Europa lokaal van België tot Polen en van Zwitserland tot de Karpaten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting