Eind april-half juli in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en rusten overdag op een boomstam.
Rups: juni-augustus. De rups heeft een sterke voorkeur voor jonge uitlopers van de waardplant. De soort overwintert als pop in een cocon op de grond.
The Alchymist
Weisses Ordensband
l'Alchimiste
Zie voor een uitgebreide toelichting op de Nederlandse naam de uitleg bij het rood weeskind.
Meer over Nederlandse namen
Catephia: katepheia is de ogen neerslaan om daarmee verslagenheid, spijt of schaamte uit te drukken, naar het zwart/wit patroon op de (onder?-)vleugel; deze kleuren horen traditioneel bij rouw.
alchymista: alchymista is een latijnse vorm van het Arabische al-kimia, een alchemist die vanouds een zwart kleed droeg, net als deze vlinder.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 19-21 mm. De voorvleugel van deze spinneruil is aan de basis relatief breed en heeft een antracietgrijze tot zwartachtige grondkleur. Door het patroon van onregelmatige zwarte dwarslijnen en zwartomrande bruinachtige vlekken, die vaak een witachtige afzetting hebben heeft deze spinneruil een enigszins ruw uiterlijk. De witte afzetting is met name duidelijk zichtbaar aan de achterrand van de niervlek. De lichte golflijn is duidelijk zichtbaar en heeft een opvallende lichtbruine afzetting aan de buitenzijde, vooral nabij de binnenrandhoek. Kenmerkend voor deze spinneruil is de deels witte achtervleugel met de donkerbruine zoom. Ook de franje van de achtervleugel is gedeeltelijk wit gekleurd.
Zie het windeweeskind (Aedia leucomelas).
Zeldzaam. Werd vroeger vooral waargenomen in de zuidelijke provincies. na een tijd van afwezigheid was er in 1999 weer een waarneming in Gelderland. Vanaf 2016 jaarlijks waarnemingen, waarbij in 2020 meer dan tien waargenomen exemplaren in de zuidelijke helft van het land en tegenwoordig in waarnemingen in heel zuidoost Nederland
Zeer zeldzaam. In Vlaanderen één recente waarneming (Zottegem, 2006). In Wallonië zeer lokaal in de provincies Namen en Luxemburg; achteruitgegaan.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Libië tot de Atlantische Oceaan in Marokko en via het Iberisch schiereiland en Zuid-Europa tot Zuid-Engeland. In Midden-Europa noordelijk tot Sleeswijk-Holstein, de Oostzee en de Baltische staten. Naar het oosten tot de Kaukasus en Voor-Azië. Komt ook in Israël voor.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting