Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken honingdauw.
Rups: mei-juni. De rups leeft tussen samengesponnen bladeren. De rups is kannibalistisch, ook als er voldoende voedsel aanwezig is. De verpopping vindt plaats in een cocon in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.
Lunar-spotted Pinion
Violettbraune Ulmeneule
la Cosmie pyraline
Calymnia pyralina
Deze soort heeft een maanvormige witte vlek bij de vleugelpunt.
Cosmia: kosmios is gepast, netjes, naar het duidelijke uiterlijk van de soorten binnen dit genus. Deze naam werd al genoemd door Hübner in zijn Tentamen, 1806.
pyralina: pyralynus is lijkend op een Pyralis zoals b.v. P. farinalis (een micro uit de Pyralidae)
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 13-16 mm. Het opvallendste kenmerk op de diep rozeachtig bruine voorvleugel is de gedeeltelijk witachtige halvemaanvormige vlek langs de voorrand dicht bij de vleugelpunt; vanwege de vaak roze en zacht paarse kleur doet deze vlek enigszins denken aan een rozenblaadje. Het gedeelte van het middenveld dat grenst aan de buitenste dwarslijn is extra donker van kleur en contrasteert sterk met het lichtere zoomveld. De ringvlek is afwezig. De achtervleugel is (donker)grijs gekleurd met een blekere franje.
De iepenuil (C. diffinis) heeft vrij grote, scherp afgetekende witte vlekken langs de voorrand en mist de kenmerkende halvemaanvormige vlek bij de vleugelpunt. Zie ook de donkere iepenuil (C. affinis).
Sierlijke voorjaarsuil (Orthosia gracilis), variabele voorjaarsuil (Orthosia incerta), tweestreepvoorjaarsuil (Orthosia cerasi), nunvlinder (Orthosia gothica), katwilguiltje (Brachylomia viminalis), bruine essenuil (Lithophane semibrunnea), gageluil (Lithophane lamda), eikenuiltje (Dryobotodes eremita), hyena (Cosmia trapezina), roestuil (Mniotype satura) en gele granietuil (Polymixis flavicincta).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam in het hele land. Komt wijdverbreid voor in lage aantallen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
In Europa naar het noorden tot Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië; naar het zuiden tot Noord-Spanje, Midden-Italië, Bulgarije en de Kaukasus. In Azië naar het oosten tot Korea en Japan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting