woensdag 29 april 2020
Biologische bestrijdingsmiddelen blijken sterk in opmars bij de bestrijding van de eikenprocessierups. Ruim de helft van de 355 gemeenten in Nederland gebruikt bacteriepreparaten of aaltjes. Dat is niet zo positief als het lijkt: deze middelen doden niet alleen eikenprocessierupsen, maar ook de rupsen van ruim 100 soorten onschadelijke nachtvlinders.
Die nachtvlinders zijn op hun beurt weer een belangrijke voedselbron zijn voor de vogels. De Vlinderstichting roept gemeenten op om per direct deze bestrijding te minimaliseren en te beperken tot plekken met ernstige overlast binnen de bebouwde kom.
Van alle gemeenten in Nederland heeft De Vlinderstichting uitgezocht welke bestrijdingsmethoden zij inzetten tegen de eikenprocessierups. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie die gemeenten zelf vermelden op hun website of in nieuwsberichten in regionale of lokale media. Daaruit ontstaat een gemêleerd beeld: 64% van de 306 gemeenten waarvan informatie was te vinden spuit preventief met bacteriepreparaten en/of aaltjes, soms gericht op locaties met hoog risico maar soms massaal op het gehele eikenbestand in de gemeente. Eveneens 64% van de gemeenten zuigt de nesten weg, vaak als aanvullende maatregel op de preventieve bestrijding. Nestkasten voor mezen worden in 161 gemeenten gebruikt. Hiervan wordt verwacht dat de mezen de eikenprocessierupsen opeten en zo een rol spelen in de natuurlijke bestrijding van de rups. Een natuurlijker bermbeheer wordt door 57 gemeenten toegepast, eveneens bedoeld om natuurlijke bestrijders van de rups te stimuleren. Een diverse beplanting in het openbaar groen wordt door 52 gemeenten ingezet, terwijl het inzaaien van bermen en perken met bloemen of bollen in 50 gemeenten wordt toegepast. Opvallend genoeg gebruiken 133 gemeenten zowel de schadelijke preventieve bestrijding met aaltjes of bacteriepreparaten als natuurvriendelijke maatregelen.
Bestrijding met aaltjes of bacteriepreparaten wordt door veel gemeenten omschreven als onschuldige bestrijdingsmethoden voor mens en dier. Dit is niet het geval. De bacteriepreparaten kunnen huidirritatie veroorzaken bij mensen en mogelijk ook huisdieren. Zowel de bacteriepreparaten als de aaltjes werken niet specifiek op de eikenprocessierups: ze treffen alle rupsen die in de eiken leven. In de maanden april en mei zijn landelijk ruim 100 soorten nachtvlinders in het rupsenstadium aanwezig in eiken. Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van bacteriepreparaten en aaltjes op deze soorten ontbreekt nagenoeg. De Vlinderstichting maakt zich grote zorgen over de potentiële nevenschade van de preventieve bestrijding met bacteriepreparaten en aaltjes en roept gemeenten daarom op deze bestrijdingsmethoden te minimaliseren en te beperken tot plekken met ernstige overlast binnen de bebouwde kom. De Vlinderstichting is voorstander van een natuurlijke manier om de overlast van de eikenprocessierups te beperken. Op plekken met groot risico op problemen, zoals schoolpleinen is het wegzuigen van nesten een optie. Eventueel kan er in het vroege voorjaar met aaltjes worden gespoten, omdat verwacht wordt dat er in het vroege voorjaar minder rupsen aanwezig zijn en daardoor tot beperkte schade leidt. Voor beheersing van eikenprocessierups in het buitengebied heeft de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) een praktijkadvies eikenprocessierups uitgebracht.