Half mei-half augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie. De vlinders worden overdag soms vanuit het gebladerte opgejaagd. Ze zijn ´s nachts actief en komen, vaak in grote aantallen, op licht en soms op smeer.
Rups: juni-september. Rust overdag tussen samengesponnen bladeren en foerageert ´s nachts.
Satin Lutestring
Birken-Eulenspinner
l'Onduleuse , la Funèbre , la Noctuelle en deuil
Cymatophora fluctuosa, Tethea fluctuosa, Palimpsestis fluctuosa
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder (nadere toelichting zie bij de orvlinder, Tethea or). De berk is een belangrijke waardplant van deze soort.
Tetheella: tetheella is een verkleinwoord van tethea en dat is afgeleid van Tethys, de vrouw van Oceanus en de moeder van de riviergoden en van de Oceaniden (nimfen van de open zee). De naam heeft betrekking op de dwarslijn op de voorvleugel die op het verloop van een rivier lijkt.
fluctuosa: fluctuosus is golvend, vanwege de 'beekjes', de lijntjes op de voorvleugel.
(Hübner, 1803)
Voorvleugellengte: 17-21 mm. Een goed kenmerk is de donkere maanvormige kleine middenvlek op de voorvleugel; deze vlek is soms wat vaag. Kenmerkend is ook het donkere schuine streepje dat, anders dan bij de andere or-vlindersoorten, niet uit de uiterste vleugelpunt ontspringt maar vanaf de plek waar de golflijn de voorrand bereikt.
Zie de tweestip-orvlinder (Ochropacha duplaris).
Vrij algemeen. Komt lokaal op de zandgronden in het binnenland voor. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen vrij zeldzaam ten oosten van de lijn van Antwerpen-Brussel, maar lokaal algemeen. Zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van West-Europa naar het noorden tot Midden-Scandinavië. Ontbreekt mogelijk in Zuid-Europa. Naar het oosten via Rusland tot Japan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Oude, volgroeide loofbossen en beboste heiden.
Berk.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting