Begin augustus-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen, vooral die van struikhei.
Rups: september-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond; leeft voorafgaand aan de verpopping ongeveer zes weken onder de grond.
Neglected Rustic
Ginsterheiden-Bodeneule
la Noctulelle négligée
Amathes castanea, Agrotis castanea, Orthosia neglecta
De grondkleur van deze soort is kastanjebruin, althans volgens de Latijnse soortnaam.
Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.
castanea: castaneus is heeft de kleur van een kastanje. (Castanea sativa is tamme kastanje), naar de kleur van de voorvleugel hoewel die vaak veel bleker is.
(Esper, 1798)
Voorvleugellengte: 16-18 mm. Goed te onderscheiden van de andere Xestia-soorten door de tamelijk effen, fijn getekende voorvleugel. De grondkleur varieert van licht grijsachtig bruin, soms met een roze tint of roze franje, tot roodachtig bruin. Kenmerkend is de zwarte vlek in de binnenste lob van de niervlek, waarvan het overige deel dezelfde kleur heeft als de vleugel. De achtervleugel is gelijkmatig grijs met wit-, roze- of grijsachtige franje.
Lichte exemplaren van de vierkantvlekuil (X. xanthographa) zijn herkenbaar aan de niervlek, die vrijwel altijd lichter is dan de rest van de vleugel en vierkant of enigszins X-vormig lijkt te zijn; bovendien is de grondkleur meer bruin dan rood- of grijsachtig. Zie ook de moerasheide-aarduil (Protolampra sobrina) en de bruine zwartstipuil (X. baja).
Kooluil (Mamestra brassicae), nunvlinder (Orthosia gothica) en spurrie-uil (Anarta trifolii).
Zeldzaam. Wordt verspreid over het land slechts af en toe waargenomen. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen; vroeger bekend uit de Antwerpse en Limburgse Kempen. Zeer zeldzaam in Wallonië, waar de soort zeer lokaal in de Ardennen voorkomt.
De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
In het noorden tot Schotland en Zuid-Scandinavië en in het oosten tot Rusland (ongeveer tot Moskou). In het Middellandse Zeegebied Marokko, het Iberisch schiereiland, Italië, de Balkan, Libanon, Syrië en Turkije.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Heiden.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting