Deze trekvlinder kan worden waargenomen tussen mei en oktober.
Rups: juni-oktober. De soort is niet in staat om in Nederland te overwinteren.
Eastern Bordered Straw
la Nubigère
Chloridea nubigera
De daguilen kunnen overdag vliegend worden aangetroffen.
Een paar van deze daguilen lijken veel op elkaar; van dat groepje is deze soort de bleekste.
Heliothis: heliotes is van de zon; naar het dagactieve gedrag van de soorten in dit genus.
nubigera: nubes is een wolk en gero is dragen. Wijzend op de grote niervlek en op de schaduw die daar vanuit gaat. De uitgang -gera geeft de nauwe relatie aan met de andere soorten uit dit genus, maar deze naam heeft niets met het thema wapens van de de rest van dit genus van doen.
Herrich-Schäffer, 1851
Voorvleugellengte: 16-20 mm. Deze uil lijkt sterk op de vlekdaguil (H. peltigera), maar is daarvan te onderscheiden door de opvallende knik in de golflijn, waardoor aan de buitenzijde van de donkere band in het zoomveld een opvallende uitsparing zichtbaar is. Kenmerkend is ook de lijnentekening op de voorvleugel. De franjelijn bestaat uit dikke zwarte stippen; soms zijn deze stippen vaag, maar die in de binnenrandhoek is doorgaans goed zichtbaar.
Zie de katoendaguil (Helicoverpa armigera) en de vlekdaguil (H. peltigera).
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder uit Zuid-Europa waarvan slechts twee waarnemingen bekend zijn. In mei 2012 is een exemplaar waargenomen in Nijkerk, de enige andere waarneming dateert van halverwege de 20e eeuw.
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder die in Vlaanderen slechts enkele malen gezien is.
Ongeveer dezelfde verbreiding als H. peltigera maar nog meer een subtropische soort. Als ze al standvlinder is in Europa dan is dat in Zuid-Spanje, Sicilië, Zuid-Italië en Zuid-Griekenland. In Midden- en Noord-Europa alleen als zeer zeldzame trekvlinder.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Diverse wilde en gekweekte kruidachtige planten, waaronder gele ganzenbloem en tomaat.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting