Eind augustus-half oktober en na de overwintering half maart-eind april in één generatie. De vlinders komen op smeer en bezoeken bloemen van klimop en wilgenkatjes.
Rups: april-juni. Oudere rupsen rusten overdag in bastspleten, jonge rupsen tussen samengesponnen bladeren. De verpopping vindt plaats in een holletje in de grond. De soort overwintert als vlinder.
Conformist
Braungraue Holzeule
la Xyline du bouleau
Grapholitha furcifera, Xylina furcifera, Xylina conformis
Kleine manteluil is al decennia-lang in gebruik in tuinbouwkringen. De achtergrond van deze soortnaam is onduidelijk.
Lithophane: lithos is een steen en phaino, phan is blijken te zijn; de vlinder vertoont gelijkenis met een steen en valt in rust daardoor nauwelijks op (hoewel de soorten uit dit geslacht vaker op een paaltje of takje zitten te rusten).
furcifera: furca is een vork met twee punten en fero is dragen. Dit wijst op de gespleten donkere veeg die vanuit de niervlek richting vleugelrand loopt.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: 17-20 mm. De bruinachtig grijze voorvleugel van deze uil heeft een leigrijs marmerachtig vlekkenpatroon. In het wortelveld ligt langs de voorrand een lichte vlek die opvallend afsteekt tegen de zwarte schouderstreep. Kenmerkend is de dunne zwarte lengtestreep die vanaf de tapvlek evenwijdig aan de binnenrand van de vleugel loopt en eindigt ter hoogte van het midden van de niervlek; deze lengtestreep heeft aan het begin en het eind vaak een kleine vertakking. De niervlek valt op als een geeloranje vlek en in mindere mate geldt dat ook voor de tapvlek.
De gageluil (L. lamda) heeft een opvallende zwartachtige, naar binnen gerichte pijlvlek halverwege de getande golflijn; bovendien loopt de meestal dikkere zwarte lengtestreep in het midden van de vleugel door tot voorbij de niervlek.
Zeer zeldzaam. De laatste jaren zijn er weer meerdere waarnemingen uit Noord-Brabant.
Zeer zeldzaam. Slechts enkele vindplaatsen in de Antwerpse en Limburgse Kempen (5 waarnemingen uit 2010-2012). In Wallonië verdwenen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Vooral de centrale landen van Europa. Noordelijk tot Midden-Engeland en Midden-Scandinavië. Naar het zuiden tot Noord-Spanje, de zuidrand van de Alpen en Zuid-Bulgarije. Naar het oosten tot de Zwarte Zee, de Kaukasus en West-Siberië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Broekbossen en andere vochtige gebieden.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting