oleanderpijlstaart Daphnis nerii

Familie

pijlstaarten (SPHINGIDAE)

Zeldzaamheid

Een zeer zeldzame trekvlinder uit subtropische gebieden die zelden in ons land werd gezien. In 2004 zijn twee exemplaren waargenomen, één in Friesland en één in Limburg. In 2016 zijn zes exemplaren waargenomen, één imago en vijf rupsen. Ook in 2018 zijn er meerdere rupsen in Zeeland en Noord-Brabant gevonden en twee imago's. Vanaf 2018 worden er vrijwel elk jaar wel rupsen of vlinders gezien met als uitschieter 2024 met veel rupsen.

Rode lijst

trekvlinder

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Mei-oktober. De vlinders foerageren in het donker in vlucht op buisvormige bloemen zoals kamperfoelie en siertabak.

Levenscyclus

Rups: juli-september. Normaal slechts enkele rupsenwaarnemingen per jaar bekend, maar er zijn uitschieters zoals 2024. De soort is niet in staat om in Nederland te overwinteren omdat deze niet tegen vorst bestand is.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Oleander Hawk-moth

Duitse naam

Oleanderschwärmer

Franse naam

le Sphinx du laurier-rose

Synoniemen

Deilephila nerii

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Oleanderpijlstaart is een oude naam die ook al door Ter Haar in 'Onze Vlinders' wordt gebruikt.
Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups.
Oleander is de waardplant van deze soort.

Meer over Nederlandse namen

Ondersoorten

Deilephila nerii (Linnaeus, 1758)

Toelichting wetenschappelijke naam

Daphnis: Daphnis is een zoon van Hermes die een schaapherder op Sicilië werd en die geschoold was in muziek en poëzie.
nerii: Nerium is het plantengeslacht oleander, de waardplant van deze soort.

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 48-51 mm. De sierlijk gebogen roomkleurige, rozeachtig bruine en paarsgetinte lijnen en banen op de voorvleugel en het borststuk zijn karakteristiek voor deze grote groene pijlstaart. Op het achterlijf bevinden zich witte banden.

Kenmerken rups

Tot 100 mm; kop klein, lichaam naar voren taps toelopend vanaf buiksegment 1. Rest van lichaam bijna cilindrisch. Heeft gewoonlijk een prominente lichtblauwe tot blauwe oogvlek op het derde segment en een bleke tot witte dorsolaterale lijn vanaf buiksegment 1 naar de hoorn. Hoorn stevig en naar beneden gebogen in laatste stadium. Lichaam bruin en glad in laatste stadium.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Zeer warme open plaatsen, zoals met struiken begroeide hellingen.

Planten

Hoofdwaardplant is Oleander; in gevangenschap ook op o.a. maagdenpalm en liguster.

Waardplant

Liguster
Ligustrum

Oleander
Nerium

Soorten uit dezelfde familie pijlstaarten (SPHINGIDAE)

groot avondrood
Deilephila elpenor

kolibrievlinder
Macroglossum stellatarum

wingerdpijlstaart
Hippotion celerio

populierenpijlstaart
Laothoe populi

dennenpijlstaart
Sphinx pinastri

pauwoogpijlstaart
Smerinthus ocellata

Alle soorten uit deze familie